Orthostatische hypotensie
Orthostatische hypotensie betekent letterlijk een daling van de bloeddruk na het opstaan. Dit betekent dat de bloeddruk daalt wanneer iemand gaat zitten of staan. De klachten zijn wisselend en met name ’s ochtends het ergst.
De normale aanpassing van de bloeddruk bij houdingsveranderingen
Als iemand vanuit een liggende houding gaat staan, gaat een deel van het bloed van de buik naar de benen. Hierdoor gaat er minder bloed naar het hart en kan het hart minder bloed in de slagaders pompen. De bloeddruk daalt dan even.
In de grote lichaamsaders en in beide halsslagaders zitten druksensoren. Zij registreren deze daling van de bloeddruk en geven een seintje aan de hersenen. Het bloeddrukregulatiecentrum in de hersenen zorgt dat de bloedvaten vernauwen en de hartslag omhoog gaat. Hierdoor herstelt de bloeddruk zich.
Orthostatische hypotensie
Bij orthostatische hypotensie zijn de aanpassingen van het bloeddrukregulatiesysteem niet goed genoeg. Als deze patiënten gaan staan vernauwen de bloedvaten zich niet genoeg en neemt de hartslag nauwelijks toe. Het gevolg is dat de bloeddruk bij staan te laag wordt. De bloeddruk kan zo laag worden dat er onvoldoende bloed naar de hersenen gepompt wordt.
Hierdoor kunnen klachten ontstaan zoals: wazig zien, zwarte vlekken voor de ogen, duizeligheid, evenwichtsverlies, bijna vallen of werkelijk vallen. Bij ernstige orthostatische hypotensie kan de bloeddruk zover dalen dat iemand bewusteloos kan raken.
Oorzaken
Orthostatische hypotensie kan meerdere oorzaken hebben.
- De druksensoren in de grote lichaamsaders en beide halsslagaders registreren de daling van de bloeddruk onvoldoende. Hierdoor is het lichaam niet in staat zich aan te passen. Dit wordt autonome dysfunctie genoemd. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij: suikerziekte, de ziekte van Parkinson en aanverwante ziektes, bepaalde aandoeningen van het zenuwstelsel, gebruik van anti-depressiva of langdurig te hoge bloeddruk die niet goed gereguleerd is.
- Te weinig vocht in het lichaam. Onderliggende factoren hiervoor kunnen zijn: te weinig drinken, het gebruik van plastabletten (diuretica), ernstige diarree, te weinig vochtinname bij hittegolf. Hierdoor kunnen normale aanpassingen niet goed plaatsvinden.
- Medicijnen die de hartfrequentie of vaatspanning beïnvloeden of het gebruik van meerdere medicijnen.
De kans op orthostatische hypotensie neemt toe met het stijgen van de leeftijd, het gebruik van meerdere medicijnen en treedt ook vaker op wanneer er sprake is van meerdere ziektes tegelijk.
Behandeling orthostatische hypotensie
Veranderingen in medicijngebruik kan soms helpen. Dit is afhankelijk van de oorzaak van de stoornis in de bloeddrukregeling. Hoge steunkousen tot over de knie maken de pompwerking van de kuitspieren sterker. Hierdoor kan het bloed naar het hart worden teruggepompt. Belangrijk is dat de steunkousen halfjaarlijks opnieuw worden aangemeten en dat deze ook daadwerkelijk worden gedragen. Daarnaast is het van belang onderstaande leefadviezen op te volgen. Deze kunnen ervoor zorgen dat de bloeddrukdaling bij opstaan verminderd en voorkomt de gevolgen hiervan.
Als aanpassing van medicijnen, steunkousen en toepassen van leefadviezen onvoldoende effect heeft, kan er eventueel medicatie voorgeschreven worden om de bloeddruk te verhogen. Dit is echter ook maar beperkt effectief en niet zonder nadelen.
Leefadviezen
- Voldoende vocht drinken (1500ml per dag). Drink een glas water voor u opstaat (tenzij u een vochtbeperking voorgeschreven is).
- Vermijd een zoutloos dieet, tenzij uw arts anders voorschrijft.
- Gebruik kleine maaltijden, zodat de bloeddruk door verplaatsing van het bloed naar het maagdarmkanaal niet overmatig daalt.
- Voor mannen: zittend plassen, vooral ’s nachts.
- Zet het hoofdeinde van uw bed hoger of op klossen (hoofdeinde zo'n 20 cm hoger)
- Kom vanuit een liggende houding eerst rustig omhoog tot een zittende houding.
- Sta rustig op vanuit een zittende houding.
- Vermijd heet baden of douchen.
- Vermijd lang staan.
- Als u de lichtheid in het hoofd voelt opkomen kunt u het volgende doen:
- Ga zitten of liggen, zodra de klachten weg zijn, staat u weer langzaam op;
- Zet de rollator, stok of krukken naast uw bed als u niet veilig zonderhulpmiddel kunt lopen;
- Zet een (po)stoel of urinaal naast uw bed zodat u niet naar het toilet hoeft te lopen ’s nachts
- Maak stevige vuisten, span de buik- en beenspieren aan. Door de aanspanning van deze spieren pompt het bloed terug naar het hart. Doe dit eventueel ook al voor het opstaan.